Biomethane target an “environmental disaster in the making”
20th Sep 23 byFrank Mechielsen
Fossil industry is lobbying in the EU for new subsidies for so-called 'green gas'
As EU prepares to overhaul its gas market, new analysis highlights industry capture of law-making process, with mooted biomethane target an “environmental disaster in the making”
As EU Member States prepare to decide on the recast of the bloc’s Gas Package, new analysis by the campaigning group Feedback EU shows that proposals to ramp up biomethane production to 35 billion cubic meters (bcm) by 2030 from its current level of 3.5 bcm are both unrealistic and risk locking in dangerously unsustainable agricultural, land use and energy practices.
Biomethane, which can be produced from a wide variety of feedstocks ranging from manure to food waste, is often presented as a “green” alternative to fossil gas by its industry proponents. However, as Feedback EU’s analysis shows, the use of most of these feedstocks at the volumes proposed comes with significant downsides and unintended consequences such as encouraging more livestock production and food-feed-fuel competition.
Feedback’s findings show that the production target of 35 bcm biomethane by 2030 set out in the current legislative proposal comes from a report authored by the biogas industry. Its ‘Gas for Climate’ report significantly inflates a target recommended by the European Commission’s Joint Research Centre and independent experts, which concluded that only around 24 bcm of biomethane could be produced sustainably by 2030.
Frank Mechielsen, Director of Feedback EU said: “This appears to be a textbook case of corporate capture. It’s deeply shocking to see that the European Commission has ignored the assessment conducted by its own own experts and is flouting the evidence by setting an unrealistically high biomethane target. At best, this target will be unachievable, at worst it will lock in dangerously unsustainable agricultural, land use and energy practices and could be an environmental disaster in the making. Member States must reject it or face unintended consequences which will impact on the EU’s ability to meet its climate commitments and food security over the coming decades.”
Karen Luyckx, the technical advisor who conducted the research, said: “Our analysis shows that the 35 bcm biomethane target in the current legislative proposal has been poorly thought through and fails to take into account the best expert advice. It will do nothing to improve energy security in the EU and will inevitably drive unsustainable practices in the farming and energy sectors. We acknowledge that there is a niche role for anaerobic digestion of unavoidable organic waste streams, but to be truly sustainable the volume of biomethane produced will need to be much smaller than envisaged by the gas industry.”
Feedback’s analysis also draws attention to the problem of methane leakage: a recent meta-analysis of 51 previous studies has found that methane emissions from the biogas supply chain are twice as big as estimated by the International Energy Agency (IEA). This means that currently the amount of methane released relative to total biogas production is higher than for fossil gas. It is therefore crucial that the Gas Regulation legislates for continuous emissions measurement and enforcement of greenhouse gas (GHG) emission prevention along the whole supply chain.
Fossiele industrie in Europa lobbyt voor nieuwe subsidies voor zogenaamd ‘groen gas’
20th Sep 23 byFrank Mechielsen
Terwijl fossiele subsidies vanuit de Nederlandse overheid worden bekritiseerd zoekt de fossiele energiesector al naar ander subsidiegeld.
Op Prinsjesdag maakte de regering publiek dat de fiscale voordelen voor de fossiele industrie nog groter is dan eerder was aangenomen, namelijk tussen de 40 en 46 miljard Euro per jaar.
Terwijl de EU voorbereidingen treft om haar gasmarkt te herzien, wijst een nieuwe analyse erop dat de fossiele industrie het wetgevingsproces heeft overgenomen. Er is doelstelling voor ´groen gas´ voorgesteld die desastreuze gevolgen kan hebben voor het milieu en de klimaatdoelstellingen kan ondermijnen. De fossiele industrie hoopt zo een nieuw subsidiekanaal aan te snijden om hun voortbestaan veilig te stellen.
Terwijl elk EU-lidstaat zich voorbereidt om te stemmen over de herschikking van de Gas- en Waterstofmarktverordening van het blok, blijkt uit een nieuwe analyse van campagnegroep Feedback EU dat het voorstel om de productie van biomethaan op te voeren tot 35 miljard kubieke meter (bcm) in 2030 onrealistisch is. Het huidige niveau is namelijk 3,5 miljard en het kan bovendien leiden tot risicovolle en niet-duurzame landbouwpraktijken en land -en energiegebruik.
In biovergisters worden biogas en biomethaan geproduceerd uit een grote verscheidenheid aan grondstoffen, zoals mest, gewasresten en voedselafval. Het wordt door voorstanders van de industrie vaak gepresenteerd als een ‘groen’ alternatief voor fossiel gas. Er is zeker een niche voor biomethaan, maar het gebruik van de meeste van deze grondstoffen heeft grote nadelen en onbedoelde gevolgen. Zo wordt de intensieve veehouderij juist aangemoedigd om meer mest te produceren en wordt eten gebruikt voor veevoer of brandstof in plaats van voedsel.
Uit de bevindingen van Feedback EU blijkt dat de productiedoelstelling van 35 miljard kubieke meter biomethaan in 2030, zoals uiteengezet in het huidige wetsvoorstel, afkomstig is uit een rapport geschreven door de fossiele industrie. De doelstelling is in het ‘Gas for Climate’-rapport aanzienlijk hoger dan de doelstelling die wordt aanbevolen door het Gemeenschappelijk Onderzoekscentrum van de Europese Commissie en onafhankelijke deskundigen. Die laatsten concludeerden dat tegen 2030 slechts ongeveer 24 miljard kubieke meter biomethaan duurzaam geproduceerd zou kunnen worden. Een eerder onderzoek van het International Council of Clean Transportation (ICCT) geeft aan dat slechts 14 miljard kubieke meter biomethaan duurzaam geproduceerd kan worden in 2030.
Frank Mechielsen, directeur van Feedback EU zei: “Dit is een schoolvoorbeeld van bedrijven lobby. Het is schokkend om te zien dat de Europese Commissie het eigen advies en de wetenschap heeft genegeerd door een onrealistisch hoog biomethaandoel te stellen. In het beste geval zal dit doel onhaalbaar zijn, in het slechtste geval zal het leiden tot een milieuramp. De lidstaten moeten dit afwijzen, anders zullen zij te maken krijgen met onbedoelde gevolgen die van invloed zullen zijn op het vermogen van de EU om de komende decennia aan haar klimaatverplichtingen en voedselzekerheid te voldoen.”
Karen Luyckx, onderzoeker en schrijver van het rapport zei: “Uit onze analyse blijkt dat de doelstelling van 35 miljard kubieke meter biomethaan in het huidige wetsvoorstel slecht doordacht is en geen rekening houdt met het beste advies van deskundigen. Het zal niets bijdragen aan het verbeteren van de energiezekerheid in de EU en zal onvermijdelijk leiden tot niet-duurzame praktijken in de landbouw- en energiesector. We erkennen dat er een nicherol is weggelegd voor de anaerobe vergisting van onvermijdelijke organische afvalstromen, maar om echt duurzaam te zijn zal de hoeveelheid geproduceerd biomethaan veel kleiner moeten zijn dan de gasindustrie verwacht.”
De analyse van Feedback vestigt ook de aandacht op het probleem van het lekken van methaan uit de biovergisters. Uit een recente meta-analyse van 51 eerdere onderzoeken is gebleken dat de methaanemissies uit de toeleveringsketen van biogas twee keer zo groot zijn als geschat door het Internationaal Energieagentschap (IEA). Dit betekent dat momenteel de hoeveelheid methaan die vrijkomt ten opzichte van de totale biogasproductie hoger is dan bij fossiel gas. Het is daarom van cruciaal belang dat de gasverordening wetgeving vastlegt voor het continu meten van uitstoot en het handhaven van de preventie van broeikasgasemissies in de hele toeleveringsketen van biomethaan.
What can you do next?
Meer weten?
In de policy briefing laten we zien dat de doelstelling om 35bcm biomethaan in 2030 te produceren geopperd is door de fossiele energie sector, onrealistisch is en de klimaatcrisis verergert.
Feedback reisde af naar Senegal om over de gevolgen van de visolie en vismeel industrie te horen en te zien
In juli reisde Feedback naar Senegal voor een ontmoeting met onze coalitiepartners Notre Poisson en bezocht Dakar, Joal Fadiout, Mbour en Popenguine om daar mensen te ontmoeten die te lijden hebben onder de vismeel- en visolie-industrie.
Net als in Gambia hebben de gemeenschappen in Joal Fadiout, Mbour en Popenguine te kampen met het verminderd aantal vissen en een verslechtering van de economie rondom voedsel uit de zee. “5 jaar geleden kochten we een krat voor 2000CFA, terwijl we nu te maken hebben met prijzen van meer dan 25000CFA” zegt de vertegenwoordiger van de vakbond van ‘economische belangengroepen’ – in Senegal vechten vrouwelijke visverwerkers nog steeds voor de wettelijke erkenning van hun beroep – in Joal Fadiout. De bron van het probleem is drieledig: de gevolgen van klimaatverandering, de industriële visserij en overbevissing, en vismeel- en visoliefabrieken (FMFO).
Door de prijsstijging kunnen kleinschalige ondernemers niet concurreren met ondernemers met meer geld, met name de lokale vismeel- en visoliefabrieken. Veel vrouwelijke verwerkers – banen zijn sterk gendergebonden in deze sector, waarbij mannen als vissers de zee op gaan en vrouwen de vangst verwerken en verkopen – worden zo beroofd van hun bron van inkomsten. Dat is niet het enige gevolg: vis is een belangrijk onderdeel van het dieet van mensen en vooral van kinderen. Zonder deze belangrijke bron van voedingsstoffen zijn veel kinderen afgegleden naar of bedreigd door voedselonzekerheid en de gevolgen daarvan.
Nu de zee leger en leger raakt gaan lokale economieën kapot. Mensen worden gedwongen hun beroep op te geven, maar alternatieven zijn er weinig. Leningen zijn onbetaalbaar of niet mogelijk. Ook verschuift de voorkeur van klanten van lokale vis naar goedkopere opties zoals geïmporteerde kip en melkpoeder uit de EU. Vissers die nu moeite de eindjes aan elkaar te knopen gaan over op het vangen van jonge vis met netten met kleinere mazen. Dat is een illegale vispraktijk die de vispopulaties verder dreigt uit te putten. Daarom weigeren lokale vismarkten deze jonge vis. Fabrieken van vismeel en visolie doen dat echter nog wel – en komen er mee weg. “Door dit te doen schieten ze [de vissers en jongens] zichzelf in de voet”, zegt een visverwerker in Popenguine, een activist die samenwerkt met Greenpeace.
Door de vis schaarste raken de verwerkingslocaties steeds meer verlaten. Het aantal groepen vrouwelijke visverwerkers is in 4 jaar tijd gedaald van meer dan 50 naar ongeveer 10.
Steeds meer mensen worden gedwongen om te emigreren op zoek naar werk en een inkomen elders, waarbij ze hun huis en familie achterlaten. Toen we de visverwerkingslocatie van Joal Fadiout bezochten, kregen we te horen dat de vrouwen en hun families wachtten op nieuws over familieleden die de oversteek naar Europa hadden gewaagd, maar al 11 dagen niets hadden gehoord. “Ze willen onze vis, maar ze lijken ons niet te willen” zegt een vertegenwoordiger van de vissers.
Mensen doen wat ze kunnen en passen nieuwe apparatuur en marketingstrategieën toe. In Mballing, een district in Mbour, verkopen vrouwelijke verwerkers nu gedroogde, gezouten en gerookte vis en weekdieren die worden verwerkt in nieuwe droogrekken en ovens. Ze investeren in nieuwe verpakkingen om de producten aantrekkelijker te maken op de markt. De mensen in Mbour zijn van oudsher trotse vissers en zouden hun bron van inkomsten én deel van hun identiteit niet zomaar opgeven. Ze vechten voor hun rechten als ambachtelijke vissers en verwerkers, en hun rechten als mensen.
Nieuwe verwerkings- en marketingtechnieken helpen vrouwelijke verwerkers in hun levensonderhoud te voorzien.
En dat doen wij ook. Wij vechten door te pleiten voor het beëindigen van overbevissing en het gebruik van hele, voedzame vissen in de productie van vismeel en visolie in West-Afrika en Europa.
Dit werk wordt mogelijk gemaakt door de steun van Oceans 5, een gesponsord project van Rockefeller Philanthropy Advisors.
What can you do next?
Wil je meer weten?
In maart organiseerde Feedback een webinar in de week van Internationale Vrouwendag: Feed or Food - connecting communities impacted by the global fish farming industry. We brachten een panel van inspirerende vrouwen uit Senegal, Gambia, Zweden en Schotland bij elkaar om te vertellen hoe zij en hun gemeenschappen beïnvloed zijn door de wereldwijde viskweek- en aquacultuurindustrie. We hopen dat dit evenement duidelijk heeft gemaakt hoe belangrijk het is om samen te komen om ervaringen uit te wisselen en om moedige, collectieve actie te ondernemen.
Off the menu! Dit rapport, met de Schotse gekweekte zalmindustrie als voorbeeld, laat zien hoe gekweekte zalm gevoed wordt met wilde vis en hoe dit een inefficiënte en milieuonvriendelijke manier is om micronutriënten voor menselijke voeding te produceren. Het rapport onderzoekt hoe we in onze behoefte aan micronutriënten kunnen voorzien zonder de oceaanbronnen uit te putten.
They are fighting for their rights, and so should we!
31st Jul 23 byYves Reichling
Feedback travelled to Senegal to rendezvous with our partners and meet with communities impacted by the fishmeal and fish oil industry
In July, Feedback travelled to Senegal to rendezvous with its Notre Poisson coalitionpartners and visited Dakar, Joal Fadiout, Mbour and Popenguine to meet with the communities impacted by the fishmeal and fish oil industry.
Much like what we are seeing in The Gambia, communities in Joal Fadiout, Mbour and Popenguinehave been struggling with dwindling fish stocks and a breaking of the local economy around sea food. “When previously we bought a crate for 2000CFA5 years ago, we now have deal with prices over 25000CFA” says the representative of the union of ‘economic interest groups’ – in Senegal, women fish processors are still fighting for the legal recognition of their profession –in Joal Fadiout. The source of the problem is three-fold: the impact of climate change, industrial (over)fishing and fishmeal and fish oil (FMFO) factories.
The hike in prices leaves small-scale entrepreneurs unable to compete with those with deeper pockets, notably the local fishmeal and fish oil factories. Many women processors – jobs are highly gender-bound in this sector, with men going out to sea as fishers and women processing and selling the catch– are thus deprived of their source of income. And the loss of livelihoods is not the only consequence: fish representsacrucial part of people’s, and especially children’s, diets. Without this important source of nutrients, many children have slipped into or are threatened by food insecurity and its consequences.
With most fish stocks over- to fully exploited, the economies around them are breaking down. People are being forced to leave their profession, but alternatives are scarce. Loans have become unaffordable or non-existent, and customer preference shifts to cheaper options such as imported chicken and milk powder from the EU. Fishermen who now struggle to come home with a catch and make ends meet, turn to catching juvenile fish with nets with smaller meshes, an illegal fishing practice which risks depleting fish populations completely. Fishmeal and fish oil factories incentivise these practices by buying juveniles, which local fish markets refuse due to its illegality – yet the factories get away with it. ‘By doing this, they [the fishermen and -boys] are killing themselves’, says a fish processor in Popenguine, who is also an avid activist working with Greenpeace.
Due to the scarcity of fish, processing sites are increasingly desolate. The number of women processor groups has decreased from over 50 to around 10 in 4 years’ time.
More and more people are being forced to emigrate to look for jobs and income elsewhere, leaving behind homes and families. When visiting Joal Fadiout’s fish processing site, we were told that the women and their families were waiting for news about family members who left to attempt a crossing to Europe but hadn’t heard anything for 11 days. ‘They want our fish, but they don’t seem to want us’, says a fisher representative.
Communities are doing what they can, adopting new equipment and marketing strategies. In Mballing, a district in Mbour, women processors now sell dried, salted and smoked fish and molluscs which areprocessed in new drying racks and ovens and are investing in new packaging to make productsmore appealing on the market. People in Mbour are proud fisher people by tradition and would not abandon their source of income, and avital part of their identity, without a fight. And fight they do, – in a true David vs. Goliath way – for their rights as artisanal fishers and processors, and their rights as human beings.
New processing and marketing techniques help women rocessors make a living
And so do we. We fight alongside the artisanal fishing communities by advocating for an end to overfishing and the use of whole, nutritious fish in animal feed production -such as it is done in salmon farming- in West Africa and in Europe.. It is time to put a stop to such destructive practices in our food system and ensure that communities can live their lives in dignity.
This work is made possible through the support of Oceans 5, a sponsored project of Rockefeller Philanthropy Advisors.
What can you do next?
Want to hear more?
In March, Feedback hosted a webinar in the week of International Women's Day: Feed or Food - connecting communities impacted by the global fish farming industry. We brought together a multilingual panel of inspiring women from Senegal, The Gambia, Sweden and Scotland to share how they and their communities have been impacted by the global fish farming and aquaculture industries. We hope that this event highlighted the vital importance of coming together to share experiences and the need for taking bold, collective action.
"Off the menu"! This report, taking the Scottish farmed salmon industry as an example, shows how farmed salmon fed on wild fish is an inefficient and environmentally poor way to produce micronutrients for human diets. The report explores how we could meet our micronutrient needs without depleting ocean resources.
6th Jul 23 byRoberta Arbinolo from European Environmental Bureau
The European Environmental Bureau warns the proposal by the European Commission to fight food waste may lack teeth.
The European Commission released today its plans to revise the Waste Framework Directive, with a focus limited to new rules on the responsibility of textile producers, and new food waste reduction targets. The European Environmental Bureau (EEB) warns the proposal may lack teeth to effectively slash overproduction and waste in the food and textiles sectors.
Food waste: hungry for better targets
The Commission has put forward proposals for new binding food waste reduction targets, which member states must achieve by 2030. With food waste in the EU at record levels and reports of the region discarding more food than it imports, setting new targets for member states to cut back on food waste is a step in the right direction.
However, the EEB warns that the proposed targets of 10% in processing and manufacturing, and 30% at retail and consumption are too low to cut food waste down to sustainable levels. The EU has signed up to Sustainable Development Goal 12.3 which aims to halve food waste by 2030, but the current proposal does not match that ambition.
In addition, the Commission’s decision to exclude primary production food waste from the targets means a huge chunk of the food waste picture has been overlooked. To inspire the level of action needed to tackle the food waste problem, NGOs have been calling for legally binding food waste reduction targets of 50% to be set from farm to fork.
Martin Bowman, senior policy and campaigns manager at Feedback, said:
“In 2012, the European Parliament called on the Commission to take action to halve food waste by 2025, and in 2017 the Parliament again called for a 50% reduction by 2030, across the whole supply chain. After a decade of delays, whilst it is a positive step that the Commission is proposing legally binding food waste targets, the Commission’s unambitious proposals for the scale of the targets is an insult. By proposing a target lower than 50% reduction, the Commission is effectively planning to fail to meet Sustainable Development Goal 12.3 to halve food waste by 2030. By excluding primary production food waste, and proposing a pitifully low target of 10% reduction for manufacturing – despite a significant portion of supply chain food waste occurring in these sectors – the Commission has effectively given businesses a free pass to continue wasting food, in particular supermarkets causing food waste in their suppliers. The Commission have completely ignored the calls of 52 organisations who called for a 50% reduction in food waste from farm to fork. We urgently call on the European Parliament and Council to propose amendments to these targets to ensure they require a 50% reduction in food waste from farm to fork, and for the Commission to increase its ambition when it comes to negotiations.”
Thus, the next step is for the European Parliament and Council to come up with their positions, before three-way negotiations to finalise the legally binding targets.
Would you like to support our Statement on EU legally binding targets to reduce food waste? We are coalition of organisations and public figures who are calling for the EU to introduce ambitious legally binding food waste reduction targets. If you’d like to support the statement as an organisation or public figure, you can fill out this form.
What can you do next?
You want to know more?
Together with EEB, we can explain you why we need ambitious legally binding EU food waste targets
Supermarkten verbergen ware klimaatimpact van verkoop vlees en zuivel door greenwashing
27th Jun 23 by- Anneke Boersma & Frank Mechielsen
Supermarkten gaan sluw te werk en maken net als de fossiele industrie gebruik van greenwashing tactieken om hun uitstoot te verbergen.
Hoewel ze pronken met hun inspanningen voor het klimaat komen supermarkten nog niet genoeg in actie om de verkoop van vlees en zuivel te verminderen. Slechts één supermarkt laat zien dat bijna de helft van deze uitstoot veroorzaakt wordt door de verkoop van dierlijke producten. Dit is precies het gebied waar de meeste (klimaat)winst te behalen valt, maar alle supermarkten blijven stunten met vlees in de aanbieding.
Na Albert Heijn en Lidl heeft inmiddels ook Jumbo de totale uitstoot gerapporteerd. Hiermee wordt duidelijk dat tussen de 94 en 97% van de uitstoot wordt veroorzaakt in de keten. In 2021 bedroeg de totale uitstoot van broeikasgassen in de keten van Albert Heijn maar liefst 14,4 megaton, waarvan 97% toe te schrijven is aan ingekochte producten. 48% van deze uitstoot (7 megaton CO2eq.) komt voort uit de verkoop van dierlijke producten zoals vlees, vis, zuivel en eieren. Dit komt overeen met 4% van de totale Nederlandse uitstoot in 2021. Albert Heijn heeft eind 2022 een ambitieus klimaatdoel gesteld om in 2030 45% minder broeikasgassen uit te stoten vergeleken met 2020. Een snelle manier voor marktleider AH om dit te bereiken is om minder vlees en zuivel in de schappen te leggen.
Opvallend genoeg richten supermarkten hun communicatie over duurzaamheid voornamelijk op de kleine percentages uitstoot die veroorzaakt worden in de zogenaamde scope 1 en 2. Ze pronken met kreten als ’klimaat-neutrale bedrijfsvoering in 2030’ en laten trots hun energiezuinige distributiecentra zien op hun websites. Ze willen graag complimenten ontvangen voor bonnetjes van gerecycled papier. Maar waar ze niet graag de schijnwerpers op richten, is het feit dat van alle producten die ze aanbieden, vlees en zuivel de meeste uitstoot veroorzaken.
Het recente rapport van de klimaatorganisatie Feedback EU onthult hoe supermarkten zich bedienen van greenlighting en greenshifting, dezelfde greenwashing-tactieken die ook door de fossiele industrie worden gebruikt. Greenlighting is wanneer bedrijven zichzelf presenteren als ‘groen’ door de nadruk te leggen op kleine stappen richting duurzaamheid. Een typisch voorbeeld hiervan is het bejubelen van een pond gehakt dat verpakt is in minder plastic. Hoewel dit een kleine verbetering is, leidt het af van het feit dat de productie van vlees een veel grotere klimaatimpact heeft.
Daarnaast schuiven supermarkten de schuld en verantwoordelijkheid graag af op de consument, een tactiek genaamd greenshifting. Ze voeden het bestaande narratief dat de klant koning(in) is en bepaalt wat er in de schappen ligt. Dit wordt versterkt door de roep van overheden om betere labels en voedseleducatie. Echter, de invloed die supermarkten hebben op de voedselomgeving wordt sterk onderschat. Wat er in de schappen ligt, wat er in de folders staat en welke producten in de aanbieding zijn, beïnvloedt grotendeels het koopgedrag van klanten. Bovendien zorgen supermarkten met kwantumkorting voor overconsumptie en verspilling. Daarom is het van cruciaal belang dat supermarkten een grote rol op zich nemen om klanten te helpen duurzaam, gezond en meer plantaardig te eten.
Hoewel veel supermarkten beweren klanten te helpen door zich te richten op alternatieven voor vlees en zuivel, leidt het simpelweg toevoegen van meer vervangers niet automatisch tot een afname in de verkoop van vlees en zuivel. Bovendien is het essentieel om niet alleen de CO2e-uitstoot per product of kilo te verminderen, maar ook de absolute hoeveelheid CO2e. Helaas richten supermarkten en grote bedrijven zoals Friesland Campina en VION zich voornamelijk op het verminderen van de CO2e-uitstoot per eenheid product. Maar een vermindering van de CO2e-uitstoot per liter melk of kilo varkensvlees betekent niet automatisch dat er in absolute zin minder uitstoot is, omdat dit afhankelijk is van de totale melk -en vleesproductie.
Frank Mechielsen, directeur Feedback EU: “Het is hoog tijd dat supermarkten hun greenwashing-tactieken opgeven en daadwerkelijk verantwoordelijkheid nemen voor hun klimaatimpact. Ze moeten stoppen met het afwenden van de aandacht en zich richten op de grootste bron van uitstoot: de producten die ze verkopen en met name de verkoop van vlees en zuivel verminderen. Supermarkten hebben de macht en invloed om klanten te helpen bij het maken van duurzamere keuzes, zodat ze een positieve impact op het klimaat krijgen. De tijd om woorden om te zetten in daden is nu.”
What can you do next?
Lees het rapport
Wil je weten welke greenwashing tactieken gebruikt worden door de supermarkten in Nederland?
Via de nieuwsbrief blijf je op de hoogte van onze activiteiten. We werken op het thema vlees en zuivel, maar ook vis, voedselverspilling en energie van mest en eten!
Ga zelf op zoek naar voorbeelden van greenwashing! In de supermarkt, in folders, in bushaltes of in de app van de supermarkt. Post het op je Stories of maak er een Reels van onder het liedje "Het zijn allemaal maar praatjes" van Danny & Conny Fabry. We zijn benieuwd!
What did we take home from the Extinction or Regeneration conference organised by Compassion in World Farming & iPES Food?
After two wonderful Strategy Days with Feedback Global in London, we gathered our luggage to take the tube to the next part of our journey. We walked along the Thames, passed the Big Ben and took some pictures of Westminster to end up at the Queen Elizabeth II centre. As we had our first cup of coffee, we looked at a big screen where Jane Goodall welcomed us with a big smile and strong words about the urgency of the climate crisis and how food can be an instrumental part in fighting back its negative effects. She was one of the first to speak during the Extinction or Regeneration conference organised by Compassion in World Farming and iPES FOOD. Over the course of two days, we were united with other climate organisations, animal welfare organisations, activists, community champions and pioneers from the food industry to talk all things food. More specifically, we came together to determine course of action: what is the way forward, to regeneration?
After two days with many different conversations and impressions, one specific message lingered. As Vandana Shiva put plainly during as panel talk: ”This food system is destined to kill.” We concluded that extinction will be our destiny, unless we stop prioritizing profit above people. We can head towards regeneration.
When food is not seen as a commodity.
When prices are not something to speculate about.
When justice takes center stage.
When farmers rather than big corporations can decide what and how to produce.
When banks stop financing intensive farming.
When the transition towards more agroecological farming practices is made risk free and easy.
When money and responsibilities are fairly distributed throughout the value chain.
When we come together.
When we fight (neo)colonialism.
When we diversify crops and voices.
When food is seen as a solution.
What can you do next?
Stay tuned
Hear about all our activities related to meat, fish and food waste through our newsletter!
Een brievenbus vol aanbevelingen voor minister Adema
8th May 23 byAnneke Boersma
We hebben als sector duidelijk gemaakt dat een systeembenadering noodzakelijk is om een rechtvaardig, duurzaam voedselsysteem te creëren.
De brievenbus van Adema zat deze maand goed vol. Niet alleen kreeg hij van een groep organisaties het plan BoerenPerspectief overhandigd, ook kreeg hij via de Transitie Coalitie Voedsel te horen wat onze aanbevelingen zijn voor het voedselbeleid. Een brandbrief van een brede coalitie van 60 organisaties aan het eind van april was ook niet te voorkomen met het langdurige proces omtrent het Landbouwakkoord.
Wat is er aan de hand? Laten we het allemaal even langsgaan.
Boeren horen dat ze moeten veranderen. De veestapel moet kleiner, bloemenstroken aanleggen en minder mest uitrijden. Er zijn echter nog grote vragen over wie dat moet doen en voor wanneer. Uit alle omgekeerde vlaggen en de verkiezingsuitslag van de Provinciale Staten moge duidelijk zijn dat er weinig draagvlak is. Dat maakt het schrijven van een landbouwakkoord een hele klus. Een landbouwakkoord moet “duidelijkheid, zekerheid en rust” geven hoe de sector kan bijdragen aan de kwaliteit van natuur, water en klimaat. Tot nu toe is het allesbehalve dat. Waar wij en de rest van de coalitie bang voor zijn is dat het landbouwakkoord dit ook niet zal brengen als het alleen gericht zal zijn op Nederland. De landbouwsector in Nederland is onderdeel van een gigantisch voedselsysteem en erkenning en hierna handelen is essentieel:
“Daarom roepen we het kabinet op om de landbouw vanuit een systeemperspectief te bekijken en te hervormen. In een sterk geglobaliseerde wereld betekent dit: ook de Nederlandse rol als handelaar in en consument van voedsel- en landbouwproducten kritisch onder de loep nemen en het beslag dat Nederland legt op natuurlijke hulpbronnen elders in de wereld, verkleinen.”
Een voorbeeld van hoe dat in een nationaal landbouwakkoord geïntegreerd kan worden is door “te benadrukken dat Nederland ook buiten zijn grenzen de transitie naar een duurzaam en eerlijk voedselsysteem kan versnellen.”
Hopelijk worden deze in het Landbouwakkoord verwerkt en dan gepubliceerd, zodat we eindelijk de voedselbrief kunnen lezen die minister Adema naar de Tweede Kamer wil sturen. Dit wil hij namelijk pas na het landbouwakkoord doen. Als dat niet een gebrek aan systeembenadering ademt: voedsel en landbouw niet in één akkoord?!
Samen met de Transitiecoalitie Voedsel schreven wij een brief met aanbevelingen voor het voedselbeleid. We willen de eiwittransitie namelijk versnellen binnen een integraal voedsel- en gezondheidsbeleid waarin duurzaamheid, klimaat, gezondheid, landbouw en voedsel samenkomen. Zo willen we bijvoorbeeld dat stapelkortingen en stunten met vlees en zuivel verboden moet worden – dat is namelijk niet goed voor de boer en het klimaat. Alle supermarkten hebben we dan ook flinke strafpunten voor gegeven tijdens de Minder Vlees Race in oktober.
Terwijl er druk gediscussieerd wordt in Nederland is er ook op EU niveau veel aan de hand. Dit jaar wordt namelijk het duurzaam voedselsysteem raamwerk (SFS law) opgesteld. Feedback EU heeft samen met Europese netwerk Food Policy Coalition aanbevelingen uitgebracht om het Europese voedselsysteem meer transparant, inclusief, democratisch, eerlijk en duurzaam te maken.
Als laatste, het plan BoerenPerspectief van Wijland, De Plaatsen, BoerenNatuur en Transitiecoalitie Voedsel is een visiedocument dat een plan beschrijft met een keukentafel en netwerkstructuren als manier voor boeren om ingewikkelde keuzes te maken met begeleiding en inspiratie. Het sluit aan bij een project waar we als Feedback EU mee bezig zijn waarbij we in gesprek gaan met boeren over het gemeenschappelijk landbouwbeleid en de verdeling van kosten en baten in de keten. Stay tuned!
Vaart maken met integrale voedselvisie voor Den Haag
15th Mar 23 byFrank Mechielsen
Haagse Voedselraad roept College Den Haag om vaart te maken met integrale voedselvisie voor Den Haag
Op 15 maart overhandigde een delegatie van de Haagse Voedselraad (HVR) een ‘Eerste aanzet tot een Integrale Voedselvisie voor Den Haag en omstreken’ (in English) aan wethouder Duurzaamheid, Energietransitie en klimaatadaptatie Arjen Kapteijns. Coördinator HVR Frank Mechielsen: ‘Met deze eerste aanzet delen wij met de wethouder onze inzichten over hoe een slagvaardige voedselvisie voor onze stad en ommelanden eruit zou kunnen komen te zien. Tevens roepen we het College bij monde van de wethouder op om samen met de HVR en alle andere belanghebbenden het formuleren van een actuele en doeltreffende voedselvisie te versnellen.’
“Onze inzet is dat een integraal voedselbeleid een prominente plek krijgt binnen de gemeente, omdat dit direct raakt aan veel grote opgaven waarvoor de gemeente zich gesteld ziet”, vertelt Frank Mechielsen. “De huidige voedselketen heeft een bijzonder grote impact op natuur en milieu, en op onze gezondheid. Daarnaast gaat het onder meer om het bieden van een toekomstperspectief aan boeren rond de stad en het genereren van banen in een meer circulaire, natuur-inclusieve landbouw, en uiteindelijk ook het kunnen vlottrekken van de woningbouw. Lokaal en regionaal liggen er tal van kansen om daaraan bij te dragen; kansen die de gemeente kan benutten. In ons discussiepaper doen wij concrete voorstellen hoe een integrale voedselvisie handen en voeten te geven. In onze stad zijn nu al talrijke initiatieven te vinden waarvan we kunnen leren en waarop we kunnen voortbouwen.”
Daarbij onderscheidt de HVR vier dragende thema’s; Participatie en democratie, Gezonde voedselomgeving, Duurzame voedselproductie en korte ketens, en Circulaire economie en innovatief ondernemerschap. Per thema stelt de HVR concrete aanbevelingen voor, waaronder het stimuleren van groene buurthuizen, tegengaan van voedselverspilling, ontwikkelen van gezonde bodems, meer zeggenschap voor bewoners bij lokale inrichting, maar ook aanpak van overvloed aan fastfood, geven van het goede voorbeeld bij inkoop catering binnen overheidsinstellingen, etc..
“Waar de overheid de burger kan verleiden, moet je als overheid verleiden. Waar de overheid kan dwingen, moet de overheid gewoon dwingen. Maak een duurzaam eetpatroon gewoon logisch”, aldus Marianne Edixhoven, oprichter van het groene buurthuis StadsOase Spinozahof en lid van de HVR. In de stadoase Spinozahof verbouwen buurtbewoners gezamenlijk voedsel, houdt Lekkernassûh een van haar wekelijkse markten, en hebben deelnemers een gemeenschap opgebouwd die integratie, zelfredzaamheid en saamhorigheid bevordert. De deelnemers ervaren aantoonbaar minder eenzaamheid. Marianne Edixhoven: “Het College zou zich kunnen inzetten meer van dit soort buurtinitiatieven te stimuleren.”
De overhandiging van de discussiepaper vond plaats bij De Participatie Keuken in Moerwijk in aanwezigheid van naast bovengenoemden ook Miriam Offermans (lid HVR) en Ben Lachhab (oprichter De Participatie Keuken en lid van de HVR). Ben Lachhab: “We praten over armoede en slechte levensstijl, maar vergeten soms dat het om overleven gaat. Wat nodig is, is om mensen moreel te ondersteunen en sterk te maken zodat ze bewuste voedselkeuzes kunnen maken.”
De Haagse Voedselraad zet zich, net als de andere Voedselraden in binnen- en buitenland, dagelijks in om een gezond en duurzaam voedselbeleid tot het nieuwe normaal te maken. In buurlanden zoals Duitsland (met meer dan 70 voedselraden) zijn voedselraden al geworteld waarin burgers volop participeren in wat letterlijk hun directe en eigen (voedsel)leefomgeving is. Daarmee groeit het ‘burgerbewustzijn’ idem dito.
Marinke van Riet, chief weaver van Europese beweging Healthy Food Healthy Planet en ambassadeur van de HVR: “De Haagse Voedselraad zoekt bewust de verbinding met de burgers en voedselinitiatieven in de stad. En zet hiermee een duidelijke beweging in van machteloze consument naar krachtige voedselburger; wat Healthy Food Healthy Planet ook nastreeft op Europees niveau. De al jaren groeiende en intrinsiek gedreven beweging van inwoners en lokale ondernemers om te streven naar een duurzamer, gezonder en meer sociaal verantwoord voedselsysteem zou een enorme boost krijgen indien ook de gemeente hierin de rol gaat spelen die past bij haar omvang en verantwoordelijkheid. Dit vraagt om een stevige verankering van een interdisciplinair voedselteam in de gemeentelijke organisatie.”
Feedback EU ondersteunt de Haagse Voedselraad en is lid van de Vereniging Ons Eten. Feedback Global ondersteunt lokale gemeenschappen in Engeland met sociaal ondernemerschap, educatie en beleid beïnvloeding van gemeentes om te zorgen dat het voedselsysteem gezond, betaalbaar en duurzaam wordt. Feedback EU verbindt initiatieven in Europa om zo meer invloed te hebben op het beleid in Nederland en de EU.
De Haagse Voedselraad is een initiatief van de vereniging Ons Eten Den Haag en is opgericht als onafhankelijke spreekbuis van bewoners, initiatieven en ondernemers uit Den Haag over gezond, eerlijk en duurzaam voedsel. De kern van de Voedselraad wordt gevormd door ongeveer vijfentwintig experts op het gebied van voedsel, voedselsystemen, natuur, duurzame economie, educatie, gezondheidszorg en stedelijke ontwikkeling. Allen zijn diepgeworteld in de stad en adviseren met hun kennis over verschillende delen van het voedselsysteem het gemeentebestuur gevraagd en ongevraagd bij het opzetten van een gezond en duurzaam voedselbeleid.
Rabobank called on to stop financing industrial meat and dairy production
31st Jan 23 byMartin Bowman
Rabobank called on to stop billions of dollars in finance to polluting industrial meat and dairy companies
New research published today has found that between 2015-21, Dutch multinational banking and financial services company Rabobank, provided billions of dollars in finance to 18 of the world’s most environmentally destructive industrial livestock companies despite having a commitment to the goals of the Paris Agreement, the Dutch Climate Agreement and Commitment to Sustainable Agriculture and Forests. [1]
A group of organisations, including Feedback EU, Feedback Global, World Animal Protection, BankTrack and International Accountability Project have called on Rabobank to urgently stop financing big livestock companies. In a joint-letter to the bank’s CEO, the group highlights that continued exposure to large scale industrial livestock companies will damage Rabobank’s reputation and business, including risks of lost revenue and stranded assets.
The research finds that between 2015-21 Rabobank provided extensive financial services to five of the world’s biggest emitting industrial livestock companies – JBS, Marfrig, Tyson Foods, Dairy Farmers of America and Fonterra, including $1.941 billion in corporate loans, underwriting $1.221 billion million in bond issuances and providing revolving credit facilities. These ‘Big 5’ generated an estimated 550.8 million tonnes of greenhouse gases (GWP100) in 2021 [2], together emitting nearly as much as the total emissions of the Netherlands and the UK combined [3].
Rabobank also provided financial services to Royal Friesland Campina and Vion Food Group. In 2016, these two companies together emitted an estimated 58 million tonnes GHG [4].
Meat production quadrupled between 1961 and 2015 [5]. With the global meat and dairy industry projected to use up almost half of the world’s 1.5°C emissions budget by 2030 [6], shifting food systems away from industrial livestock production will be key to averting the climate crisis. This will require banks and investors to take decisive action to cut off financial support to the sector over the coming years.
In 2021, the Netherlands announced a €25bn plan to reduce livestock numbers by 30% by 2030 [7] in order to comply with EU nitrate regulations. In October 2022, the Dutch Parliament passed a motion which will require financial institutions to manage credit risks as a result of stranded assets, meaning that they have an obligation to bear losses arising from these types of credit risks themselves. If the Dutch government goes on to adopt the motion and develop specific policies, Rabobank will need to write off a substantial part of its loan portfolio, unless it takes action to reduce its exposure to industrial livestock companies. This highlights the significant regulatory risks Rabobank is exposed to by continuing to provide finance industrial livestock companies.
Frank Mechielsen, Executive Director at Feedback EU said: “Industrial livestock corporations like JBS are the food system’s biggest cause of emissions, deforestation, human rights abuses, pandemic risks and animal cruelty. They are solely profit-driven and therefore hardwired to mass-produce ever greater quantities of cheap factory farm meat and dairy to preserve the profits of their core business. It is unacceptable for financial institutions like Rabobank to continue fuelling the endless expansion of this polluting industry at the expense of the climate. We need policymakers to use every tool at their disposal to ensure a just transition to lower-meat and dairy production and consumption, including public procurement, redirecting subsidies and regulating industrial livestock companies and their financial backers to cut off the financial fodder for this polluting industry.”
Hannah Greep, Banks & Nature Campaign Lead at BankTrack said: “Our nature and climate demand a reduction in industrial meat production, but banks seemed to have missed the memo and continue to ignore the impacts of their financed activities in this area. Continued investment in climate-intensive sectors such as industrial livestock exacerbates the risks of planetary collapse, drives biodiversity loss and violates human rights; while also posing serious financial consequences for banks like Rabobank. They cannot shy away from this issue any longer.”
Dirk Jan, Director at World Animal Protection Nederland, said: “Rabobank has known for a long time that the global livestock industry causes massive animal suffering, destroys precious nature and is a major contributor to global warming. Moreover, the bank has a great historical responsibility. So far, the steps the bank is taking leave much to be desired, while the urgency is growing by the day. If Rabobank is serious about striving for a sustainable food system, it is not appropriate to continue investing in companies like JBS that are holding back the necessary transition.”
Alexandre Andrade Sampaio, Global Lead on the Right to Development and Latin America and Caribbean coordinator of International Accountability Project, said: “The research clearly shows that by financing the Big 5, Rabobank is not committed to human and environmental rights, worsening the already dire situation of our climate. Companies like Rabobank that finance factory farming should not be receiving support from Public Financial Institutions, if such institutions want to be taken seriously when talking about climate commitments.”
Prof Hans Pörtner, scientist and co-chair of the UN Intergovernmental Panel on Climate Change, speaking last year to the European Parliament, said: “Without reducing and cutting down on meat consumption and the associated high-intensity agriculture systems, we will not be able to keep global warming to 1.5 degrees. That is very clear.” [8]
[2] IATP and Changing Markets Foundation, “Emissions Impossible: Methane Edition” (The Institute for Agriculture and Trade Policy (IATP) and the Changing Markets Foundation, November 15, 2022), https://www.iatp.org/emissions-impossible-methane-edition
[4] GRAIN and IATP, “Emissions Impossible: How Big Meat and Dairy Are Heating up the Planet” (GRAIN and the Institute for Agriculture and Trade Policy, 2018), https://www.iatp.org/emissions-impossible
[6] Harwatt, H. (2019) ‘Including animal to plant protein shifts in climate change mitigation policy: a proposed three-step strategy’, Climate Policy. Taylor & Francis, 19(5), pp. 533–541. doi: 10.1080/14693062.2018.1528965. https://www.tandfonline.com/doi/full/10.1080/14693062.2018.1528965
[15] IATP and Changing Markets Foundation, “Emissions Impossible: Methane Edition” (The Institute for Agriculture and Trade Policy (IATP) and the Changing Markets Foundation, November 15, 2022), https://www.iatp.org/emissions-impossible-methane-edition
Rabobank opgeroepen te stoppen met leningen aan industriele vlees- en zuivelbedrijven om verergering klimaatcrisis te voorkomen
31st Jan 23 byFrank Mechielsen, directeur Feedback EU
Hoewel Big Livestock slecht is voor natuur, mens en dier, verstrekt Rabobank er miljarden aan financiële diensten aan.
Uit nieuw onderzoek dat vandaag is gepubliceerd, blijkt dat Rabobank tussen 2015-21 miljarden dollars aan financiering heeft verstrekt aan 18 industriële veehouderijbedrijven met de grootste broeikasgasuitstoot, ondanks het feit dat zij zich hebben gecommitteerd aan de doelstellingen van het Akkoord van Parijs, het Nederlandse Klimaatakkoord en de doelstellingen over duurzame landbouw en bossen.[i]
Een groep organisaties, waaronder Feedback EU, Feedback Global, World Animal Protection en BankTrack hebben de Rabobank opgeroepen dringend te stoppen met het financieren van grote veebedrijven. In een gezamenlijke brief aan de CEO van de bank benadrukt de groep dat het continueren van de financiering van grootschalige vlees en zuivel productie de reputatie en de activiteiten van de Rabobank zal schaden, inclusief het risico van inkomstenverlies en gestrande activa.
Uit het onderzoek blijkt dat de Rabobank tussen 2015 en 2021 uitgebreide financiële diensten heeft verleend aan vijf van ‘s werelds grootste industriële veehouderijbedrijven – JBS, Marfrig, Tyson Foods, Dairy Farmers of America en Fonterra, waaronder 1,941 miljard dollar aan bedrijfsleningen, het overnemen van 1,221 miljard dollar aan obligatieleningen en het verstrekken van doorlopende kredietfaciliteiten. Deze ‘Big 5’ genereerden naar schatting 550,8 miljoen ton broeikasgassen (GWP100) in 2021[ii], samen bijna evenveel als de totale uitstoot van Nederland en het Verenigd Koninkrijk samen.[iii]
De Rabobank verleende ook financiële diensten aan Royal Friesland Campina en Vion Food Group. In 2016 stootten deze twee bedrijven samen naar schatting 58 miljoen ton broeikasgassen uit[iv].
De vleesproductie is tussen 1961 en 2015 verviervoudigd.[v] Aangezien de wereldwijde vlees- en zuivelindustrie naar verwachting bijna de helft van het emissiebudget van 1,5°C zal opgebruiken tegen 2030 [vi], zal een transitie weg van de industriële veeteelt noodzakelijk zijn om verergering van de klimaatcrisis te voorkomen. Dit vereist dat banken en investeerders resoluut actie ondernemen om de financiële steun aan de sector de komende jaren af te bouwen.
In 2021 kondigde het vorige kabinet een plan van 25 miljard euro aan om de veestapel tegen 2030 met 30% te verminderen om aan de Europese natuurwetgeving te voldoen. In oktober 2022 werd een motie aangenomen die financiële instellingen verplicht kredietrisico’s als gevolg van gestrande activa te beheren, wat betekent dat zij verplicht zijn verliezen als gevolg van dit soort kredietrisico’s zelf te dragen. Als de Nederlandse regering de motie zou aannemen en specifiek beleid zou ontwikkelen, zou de Rabobank een aanzienlijk deel van haar kredietportefeuille moeten afschrijven. Dit onderstreept de aanzienlijke regelgevingsrisico’s die de Rabobank loopt door industriële veehouderijen te blijven financieren.
Frank Mechielsen, directeur van Feedback EU: “Industriële vleesbedrijven zoals JBS veroorzaken veel uitstoot en zijn verantwoordelijk voor ontbossing, mensenrechtenschendingen, pandemische risico’s en dierenmishandeling. Gericht op louter winst zullen deze bedrijven alleen maar steeds grotere hoeveelheden goedkoop vlees en zuivel produceren om de winsten van hun kernactiviteiten te behouden. Het is onaanvaardbaar dat financiële instellingen zoals de Rabobank de eindeloze uitbreiding van deze vervuilende industrie blijven faciliteren ten koste van het klimaat. Beleidsmakers moeten alle beschikbare instrumenten inzetten voor een rechtvaardige overgang naar een verminderde vlees- en zuivelproductie en -consumptie, waaronder openbare aanbestedingen, het ombuigen van subsidies en het reguleren van industriële veehouderijbedrijven en hun financiers”
Dirk-Jan Verdonk, directeur World Animal Protection: “Dat de mondiale vee-industrie massaal dierenleed veroorzaakt, kostbare natuur verwoest en een grote bijdrage levert aan de opwarming van de aarde weet Rabobank al heel lang. De bank heeft bovendien een grote historische verantwoordelijkheid. Tot dusverre laten de stappen die de bank zet veel te wensen over, terwijl de urgentie met de dag toeneemt. Als het Rabobank ernst is te streven naar een duurzaam voedselsysteem, past het niet te blijven investeren in bedrijven zoals JBS die de benodigde transitie tegenhouden.”
Professor Hans Pörtner, wetenschapper en medevoorzitter van de Intergovernmental Panel on Climate Change sprak vorig jaar het Europese Parlement toe en zei: “Zonder het verminderen van vlees consumptie en de bijbehorende intensieve landbouw/voedselsystemen kunnen we de opwarming van de aarde niet beperken tot 1,5 graad. Dat is heel duidelijk.”[vii]
Foot notes
[i] Rabobank, ´Our Road to Paris Report´, November 17, 2022 2022https://www.rabobank.com/en/press/search/2022/20221117-rabobank-presenteert-klimaatrapport.html
[ii] IATP and Changing Markets Foundation, “Emissions Impossible: Methane Edition” (The Institute for Agriculture and Trade Policy (IATP) and the Changing Markets Foundation, November 15, 2022), https://www.iatp.org/emissions-impossible-methane-edition.
[iii] Hannah Ritchie, Max Roser, and Pablo Rosado, “CO₂ and Greenhouse Gas Emissions,” Our World in Data, May 11, 2020, https://ourworldindata.org/greenhouse-gas-emissions.
[iv] GRAIN and IATP, “Emissions Impossible: How Big Meat and Dairy Are Heating up the Planet” (GRAIN and the Institute for Agriculture and Trade Policy, 2018), https://www.iatp.org/emissions-impossible.
[v] IPES-Food, 2022. The politics of protein: examining claims about livestock, fish, ‘alternative proteins’ and sustainability. https://www.ipes-food.org/_img/upload/files/PoliticsOfProtein.pdf (2022).
[vi] Harwatt, H. (2019) ‘Including animal to plant protein shifts in climate change mitigation policy: a proposed three-step strategy’, Climate Policy. Taylor & Francis, 19(5), pp. 533–541. doi: 10.1080/14693062.2018.1528965. https://www.tandfonline.com/doi/full/10.1080/14693062.2018.1528965
[vii] Elena Sánchez Nicolás and Carolin Sprick, “Dismay over EU Plans to Keep Paying to Promote Meat,” EUobserver, May 29, 2022, https://euobserver.com/green-economy/155052.
What can you do next?
Roekeloze Rabo
We voeren de druk op bij Rabobank! Wil je weten hoe?
20th Dec 22 byAnneke Boersma - Campagnevoerder Eten & Klimaat
Net als dat er eindeloos veel recepten met vis zijn lijken de gevolgen van gekweekte vis ook eindeloos. Wie betaalt de echte prijs voor vis?
Nog druk bezig met recepten zoeken of zijn de kerstboodschappen al besteld? Grote kans dat je geïnspireerd bent geraakt door de tijdschriften van supermarkten, de feestelijke menu’s van restaurants en de zoekresultaten “zalige zalm voor kerst” en “7x zalm op het kerstmenu”. Een toastje tijdens de borrel, een gevulde tortilla als voorgerecht of zalm uit de oven om iedereen te verrassen met je kookkunsten?
De mogelijkheden zijn eindeloos, maar dat lijkt ook te gelden voor de gevolgen van het produceren van zalm. Het klinkt altijd zo gezond en duurzaam, maar dat is het vaak niet. In plaats van 7 recepten delen wij 7 inzichten die Feedback Global opdeed tijdens hun onderzoek naar gekweekte vis en ons bezoek aan Senegal waar we spraken met onze partners over de visvoerindustrie aan de westkust van Afrika. Wil je meer dan alleen deze zeven punten? Lees onze terugblik op ons bezoek in het Engels.
Om gekweekte vis zoals zalm en zeebaars te voeren wordt wilde vis gevangen en omgezet in vismeel-en olie.
Elk jaar wordt bijna een vijfde van alle vangst in de wereld gebruikt om vismeel en olie van te maken, waarvan het grootste deel wordt gebruikt voor de productie van voer voor de aquacultuurindustrie – tegenwoordig de snelst groeiende voedselproductiesector ter wereld.
Vandaag de dag wordt er meer dan een half miljoen ton kleine pelagische (= uit de open zee) vis gevangen om niet mensen, maar gekweekte vis te voeren. Diezelfde vangst zou meer dan 33 miljoen mensen kunnen voeden en is de belangrijkste bron van inkomsten voor duizenden vissers en vrouwelijke handelaren en verwerkers in de hele regio van West-Afrika.
Om te voldoen aan de vraag van de sector naar wilde vis heeft de vismeel- en olie-industrie zich uitgebreid naar West-Afrika. Met name in Mauritanië, Senegal en Gambia is het aantal fabrieken in de regio het afgelopen decennium gestegen van 5 naar 49.
Deze fabrieken doen nu mee in de concurrentie voor vis, wat ervoor zorgt dat er minder vis beschikbaar en betaalbaar is voor de plaatselijke bevolking. Volgens de FAO is de impact van de vismeel- en visolie-industrie op de voedselzekerheid en de voeding in Senegal, waar bijna de helft van de eiwitten uit vis komt, aanzienlijk. In andere woorden: de voedselzekerheid in Senegal is verslechterd omdat vis wordt opgekocht door fabrieken.
Alsof dat nog niet erg genoeg is zorgen deze fabrieken ook voor vervuiling. Tijdens ons bezoek aan Senegal was het overduidelijk dat afval van de vismeelfabriek wordt gedumpt, en het meer en daarmee de watervoorziening van het dorp vervuilt. Deze vervuiling vormde de basis van een juridische actie tegen de fabriek, maar de rechtszaak werd afgewezen omdat getwijfeld werd aan het bewijs of de vervuiling wel door de fabriek werd veroorzaakt.
Terwijl daar problemen ontstaan, wordt er in Europa vooral geld verdiend. Het grootste deel van het vismeel gaat naar China, maar Europa is de grootste importeur van visolie. Daarnaast zijn een paar van de grootste kweekvisproducenten ter wereld in Europa.
Dit lees je niet op de verpakkingen in de supermarkt en wordt je al helemaal niet verteld door de ober. Dat moet anders.
Sinds 2018 heeft Feedback Global onderzoek gedaan en bewijs verzameld over de schadelijke socio-ecologische gevolgen van gekweekte vis en de productie van vismeel en olie. Het streven naar (voedsel)rechtvaardigheid is de reden geweest om campagne te voeren op dit onderwerp, tot nu toe vooral in Europa. In samenwerking met partners uit Groot-Brittannië en West-Afrika zullen we het werk van Feedback Global de aankomende drie jaar gebruiken voor onze viscampagne “Notre Poisson” om zo veranderingen in wetgeving en beleid te bewerkstelligen. We hopen politici en beleidsmakers te beïnvloeden en mensen vertellen over de gevolgen van gekweekte vis in West-Afrikaanse gemeenschappen en landen.
En jij? Heb jij nog tijd om kritisch te zijn op het boodschappenlijstje of is de koelkast al gevuld? Wie weet kunnen deze zeven inzichten helpen om het gesprek te starten of probeer eens een vegetarische kerst zonder vlees of vis. Mocht je toch vis op tafel wilt zetten, kies dan lokale vis en schelpdieren zoals mosselen, oesters, Noordzeekrab, haring, makreel of wijting of bijvangstvis zoals grauwe poon of schar!
Credits of featured image: Mustapha Manneh, West African editor, China Dialogue
What can you do next?
SIGN UP TO HEAR FROM US
Do you believe everyone should have access to nutritious, delicious food - without trashing our planet in the process? Sign up to our mailing list to get the latest news on our campaigns.
20th Dec 22 by Lia Aodha, Fisheries Project Manager & Frank Mechielsen, Executive Director Feedback EU
This is about our fish. This is about African fish.
Often presented as a sustainable alternative, Feedback has shown over the past years that farmed fish production is based on a highly unsustainable mode of production, including, but not limited to, its reliance on wild fish as feed. To satisfy the rapidly growing sector’s ongoing demand for wild ‘feed’ fish, these are increasingly sourced from food-insecure West Africa, where stocks are already under pressure following decades of overfishing of the region’s waters by foreign vessels. Recently, Feedback travelled to Dakar to discuss this issue with grassroots organisations representing coastal communities affected, and to kick off our newest fish campaign, Notre Poisson (Our Fish) – a collaborative three-year campaign focusing on the fishmeal and oil industry in the region and its links to Europe.
Widely presented as a healthy, climate-friendly protein alternative to meat, a way to protect fish stocks and ‘solve world hunger’, most consumers are unaware that lots of the farmed fish we eat are fed wild fish in the form of fishmeal and oil.
Each year almost a fifth of the world’s marine catch is reduced to fishmeal and oil, the majority of which is used to produce feed for the aquaculture industry – today, the world’s fastest-growing food production sector.
To satisfy the sector’s demand for wild fish, the fishmeal and oil industry has expanded into West Africa. Focusing on Mauritania, Senegal and the Gambia, the number of factories in the region has boomed from 5 to 49 in the past decade.
Today, over half a million tonnes of small pelagic fish, enough to feed over 33 million people, are instead caught, reduced, and exported—from a region dependent on fish as a vital source of affordable protein and micronutrients—to feed farmed fish and livestock elsewhere.These same small pelagic fish are the main source of income for thousands of fishermen and female traders and processors across the region.
While most of the fishmeal goes to China, Europe—home to several of the world’s largest aquafeed companies: Cargill Aqua Nutrition/EWOS, Skretting, Mowi and BioMar (all of which are involved in the trade of fishmeal and oil trade from West Africa)—is the largest importer of fish oil from the region.
Home also to some of the largest farmed fish producers in the world, well-known European retailers are sourcing from companies with supply chain links to these four aquafeed companies. More directly, European firms have invested in factories in West Africa.
Since 2018, Feedback has established a robust body of evidence on the damaging socio-ecological impacts of feed production for the fish farming sector and campaigned to reform aquaculture, so it delivers the greatest nutritional value for the least environmental impact, does not contribute to destructive fishing, deplete fish stocks, or worsen global food injustice.
To date, this work has largely focused on Europe. Our newest fish campaign, Notre Poisson (Our Fish), now combines this work with a collaborative three-year project comprising partners in Britain, the EU, and West Africa.
Our collective goal is to secure legislative and policy change via a three-year programme of coordinated research, investigation, and advocacy designed to influence politicians and policymakers and equip civil society and consumers with the knowledge and tools to demand policies and actions that protect ecosystems and support food sovereignty of West African communities and nations.
They steal our fish and jobs
At the end of November, we organised a three-day project kick-off meeting with our partners in Dakar, Senegal. Also in attend
ance, were representatives of several grassroots organisations from Senegal, Mauritania, and the Gambia, who provided first-hand testimony of the devastating impacts of the fishmeal and oil industry on local communities across the region.
According to a report published by the FAO earlier this year, the rapid expansion of the industry in the region has had negative impacts on fish stocks and fishing livelihoods. The social benefits of the industry to the region have been limited and have been “accompanied by threats to livelihoods, employment, food security and nutrition, and the health and well-being of local communities.”
Reflecting this, “they steal our fish and jobs” was a common theme over the course of our discussions together. The devastating impacts of the diversion of catches from human consumption to the production of fishmeal and oil for export on the availability and affordability of fish were particularly salient. The implications for women fish processors and traders are especially acute.
Stressing the severity of the problem, Diaba Diop, president of Réseau des Femmes de la Pêche Artisanale du Sénégal (REFEPAS), an organisation that represents women fish processors and traders, warned “our survival depends on our oceans”.
Undelivered promises from factories, in terms of jobs, and direct environmental and health impacts, in terms of environmental pollution, smells, and consequent impacts on tourism were also highlighted by participants from across the region. Drawing on his own experiences in the Gambia, Biochemist Ahmed Manjang (CETAG) highlighted just how serious these were.
Adding to these, participants shared stories of the historical, as well as the ongoing, decimation of fish stocks off the West African coast, more generally, by foreign fishing interests and the knock-on implications of this in terms of illegal migration from the region.
In Kayar, Maty Ndaw, a woman fish processor and member of the Taxawu Kayar Collective—who this autumn, began historic legal proceedings against the fishmeal factory located on the edge of their town—shared, “we see our children migrating and dying in the oceans”. Located in the Thiès region, 36 miles northeast of Dakar, artisanal fishing is the main economic activity in Kayar, employing and feeding the population of roughly 18,000 people. The Collective represents a cross-section of the community, most of whom are engaged in fishing or fish one way or another.
We had travelled to the fishing village to hear about the Collective’s more than a decade long struggle against the factory there. Originally owned by Spanish company Barna, the factory was sold this summer to Senegalese owned Touba Protéine Marine.
While there, a street in from the white sand beach full of colourful pirogues, we witnessed near-empty processing facilities. Once worked by over three hundred women fish processors, today, these traditional facilities are used by less than fifty. Another street in, modernised processing facilities are unused. Without fish, the facilities lie idle.
Direct competition with the fishmeal factory for fish, alongside declining catches, means processors have been priced out of the market, with knock-on implications in terms of availability of fish for the local population. According to the FAO, the impact of the fishmeal and oil industry on food security and nutrition in Senegal, where almost half of the country’s protein comes from fish, is considerable.
Across the road from the fishmeal factory, at the lake on the edge of Kayar, clear evidence was visible of the waste dumped by the fishmeal factory. This lake connects to the town’s water supply. Its pollution forms the basis of the Collective’s legal action against the factory.
An ongoing trajectory of stolen resources
Controlled by foreign investors and reliant on catches from already precarious stocks, that the fishmeal and oil industry in the region is threatening fish stocks, food security and livelihoods in West Africa is by now well documented. The lived realities of those from around the coasts are testament to these impacts.
The Kayar case was dismissed by the judge in November on account of there being reasonable doubt that the factory was the cause of the water pollution. The appetite of local, national, and cross-national communities and organisations, however, to unite and work together to tackle this industry is strong.
The problem is also clearly recognised by communities as part of an ongoing trajectory of stolen resources from the African continent.
Implemented together with West African partners RAMPAO, Greenpeace Africa, ADEPA, CAOPA, SRFC, PRCM, and Lancaster Universities, in close collaboration with grassroots organisations representing coastal communities across the region, we want to force change
Credit to Mustapha Manneh, West African editor, China Dialogue.
in this industry, and those related to it, by turning this issue into one of key concern for a broad group of civil society actors to campaign jointly in West Africa and in Europe.
Ultimately, we want to see better regulation of the industry in the region, and an end to the use of fish fit for human consumption by the industry. As part of this, we will work to increase pressure on companies involved in or related to this sector to hold aquafeed companies who source from West Africa, and aquaculture companies who source from these, accountable for their sustainability promises.
During our discussions in Dakar, Mansour Brahim Boidaha, president of ONG Zakia, an organisation working on this issue in Mauritania, where the boom in this industry has been especially concentrated, pointed out that people from Europe should know that the fish from West Africa is processed to fishmeal and oil, with little benefit to the region’s population.
Summing up the nature of the problem, representing Senegalese small-scale fishermen, Abdou Karim Sall, president of Plateforme des Acteurs de la Peche Artisanales du Sénégal (PAPAs), highlighted the problem wasn’t one just relating to fishmeal, but of their being, their identity. This is about our fish, he said. This is about African fish.
What can you do next?
SIGN UP TO HEAR FROM US
Do you believe everyone should have access to nutritious, delicious food - without trashing our planet in the process? Sign up to our mailing list to get the latest news on our campaigns.
Feedback EU and EEB have collaborated to find out EU member states' views on legally binding targets on reducing food waste with 50%.
A scandalous 140.6 million tonnes* of food is wasted in the EU every year – more food than the EU imports, according to Feedback EU’s recent report No Time To Waste. Food waste costs EU businesses and households an estimated €143bn a year, and causes at least 6% of the EU’s total greenhouse gas emissions. Yet left to voluntary measures, EU progress to reduce food waste has been slow.
Now, the EU faces a historic opportunity. The European Commission will soon release proposals for legally binding EU targets to reduce food waste – a historic move. However, everything is still at stake: targets may be set too low, large portions of the supply chain like farms and processing might be excluded, and some member states are trying to scrap legally binding targets completely.
Luckily, a movement is building around Europe for ambitious action on food waste. Over 40 organisations ranging from NGOs to businesses and research institutions have signed a joint-statement calling on the EU to set legally binding targets to reduce food waste by 50% from farm to fork by 2030. But it will be vital to get policymakers from across Europe backing the fight for regulation to end food waste too. That’s why Feedback EU and European Environmental Bureau have collaborated to create a short survey asking EU member states for their views on EU legally binding food waste targets.
We targeted the Ministries for the Environment and Agriculture for each country, via email. We sent all EU member states 3 key questions about their stance on potential legally binding EU food waste targets, by email. Their responses were scored according to the following system:
Yes (+1 point)
Unsure/neutral (0 points)
No (-1 point)
These scores are combined to create an overall score for each country ranging from -3 to +3.
Countries who failed to respond to our survey by the deadline were given the lowest possible total score of -4 points.
What now?
The support of these Ministries will be essential to getting ambitious targets voted through, through member state representatives to the European Council. If you would like to raise pressure on your country’s government to back ambitious EU food waste targets, please contact martin@feedbackglobal.org for more info and support. If you’re an EU-based organisation who’d like to support our joint-statement, please sign up here.
* Please note that this figure has been slightly updated since the publishing of the ‘No Time To Waste’ report, in line with the new EU food waste figures published to Eurostat in October 2022
What can you do next?
Find out more about our work on food waste in the EU
The EU must halve its food waste by 2030 to tackle climate crisis and improve food security, but right now the EU is wasting more food than it imports.
What's the role of government, banks and shareholders in phasing down industrial factory farming?
Here I am, sipping my tea behind my laptop, thousands of kilometres away from Egypt. I’m dialling in to the COP27 webinar organised by our sister organisation, Feedback Global, which aims to explore the possibilities of holding the incredibly polluting meat and dairy industry accountable for what they’re doing.
The session begins by outlining the devastating impact that Big Livestock is having on our planet: driving global heating, deforestation, polluting water and air from the use of pesticides and manure for feed, and posing health risks from the consumption of animal-based products.
It’s clear: industrial agriculture simply cannot co-exist with a safe, healthy, and thriving planet.
Yet development banks — institutions who have “to combat poverty and promote economic growth in their region” — have been propping up these dirty companies by giving them 5 billion dollars in the last decade alone. Between 2015 and 2020, global meat and dairy companies received over 478 billion dollars in backing by over 2,500 investment firms, banks, and pension funds headquartered around the globe. This is precisely the opposite of what we need to transition towards a sustainable food system. Governments, investors, and banks need to step up to the plate and take action to hinder industrial factory farming.
Governments, start regulating!
With 1,5 degrees warming coming closer and closer, time is running out for small-scale, incremental changes like changing individual consumption habits. Pushing responsibility onto consumers has been a tactic used by fossil fuels companies for years to divert attention away from their own polluting activities and delay taking responsibility. To bring about the rapid, widespread change that we urgently need, governments do not have to tell people what (not) to eat. Instead, they can direct their attention to the food environment itself. They are already shaping our food environments by their policies and subsidies; it’s now time for their efforts to be in favour of people instead of profit. Dietary guidelines, public food procurement, or banning advertisement of animal-based proteins in the public space, like the city of Haarlem in the Netherlands did, are a good place to start.
Banks, start defunding!
The world of technology and digital banking mean that most of us now pay by card and have money in separate savings accounts. But have you ever considered what your savings are being used for while you are not using them? Guess what – there is a chance that your money is being used by banks and other companies to prop up meat and dairy companies. In the Netherlands for example, the Rabobank and the ING Group have a large stake in supporting industrial factory farming.
As with investors, funding comes with risks, especially as these companies are dependent on a stable environment, such as soil health and temperatures. The climate crisis affects the stability of every part of society, including the financial sectors. Keeping in mind that we are heading towards a climate catastrophe, banks must stop funding destructive industries and start investing in future-proof companies striving to create a regenerative and healthy food system.
Investors, start divesting!
Can you imagine chatting to the CEO of a Big Meat and Dairy company and coming to a mutual agreement over the commitments and actions that need to be taken to protect people and the planet? Me neither. Unfortunately, any meaningful engagement with this sector has so far been futile; the main reason being that their core business is a polluting industry whose primary motive is profit. They face losses and stranded assets if livestock production is reduced, so they will do anything to avoid this. This is made clear by their lack of targets to reduce production and inaction surrounding reducing livestock numbers. They also lobby against policies that would hinder or impede meat and dairy production and consumption, whilst actively promoting misinformation that distracts or downplays the negative impacts of meat and dairy. Many big livestock companies are “closely held” (i.e. the majority of shares are owned by few individuals), so the minority shareholders, even collectively, have limited influence over what’s happening in the company. Pick your battles: save engagement for retailers and caterers who can switch procurement practices to less meat and dairy without risk to their core business.
Has reading this made you feel a bit hopeless? Let’s learn from the fossil fuel divestment. Over 1,485 institutions globally representing over 39.2 trillion dollar in assets have already committed to going fossil free. Let’s remain hopeful and make that happen in the animal factory farming too!
What can you do next?
Watch the webinar
The webinar organised by Feedback Global and Sinergia Animal has been recorded and can be viewed on YouTube. Find out why we are working on this topic and learn more about what you can do.
Albert Heijn heeft afgelopen week toegezegd de uitstoot in de keten met 45% te verminderen in 2030. Hoe gaan ze dit doen?
Afgelopen jaar heeft Albert Heijn, als onderdeel van Ahold Delhaize, een ambitie opgesteld om 15% van de uitstoot in de keten te verminderen in vergelijking met 2018. Dat is te weinig om ook maar in de buurt te komen van een maximale verwarming van onze aarde met 1,5 graad Celsius. Gelukkig realiseerde de supermarkt zich dat ook, daarom hebben zij dinsdag, 15 november, hun ambitie bijgesteld. Zij hopen nu de uitstoot in de keten te verminderen met 45%.
In de Klimaat & Vlees Supermarkt Scorecard die afgelopen oktober werd gepubliceerd worden de volle punten toegekend aan supermarkten als zij een ambitie hebben om 50% van hun scope-3 uitstoot verminderd te hebben in 2030, in vergelijking met 2020 of eerder. 45% is niet gelijk aan 50%, maar het is stukken beter dan 15%. De vraag is alleen hoe ze dat gaan doen. Ze doen een paar voorstellen:
Ze zetten in op verduurzaming van het veevoer, circulair en ontbossingsvrij. Omdat veevoer inderdaad een groot aandeel heeft in de problematiek van de industriële veehouderij is het goed om hier op in te zetten. Waar echter niet op ingegaan wordt is het aantal koeien, varkens en kippen. Minder dieren vragen om minder voer, en dat land wat dan niet gebruikt wordt voor voer kan dan gebruikt worden voor natuur of het verbouwen van eten direct voor mensen bestemd.
“Albert Heijn helpt daarom klanten met de beweging om 60% van de geconsumeerde eiwitten uit plantaardige bronnen te halen vanaf 2030. Bijvoorbeeld door het aanbieden van een breed vega(n) en plantaardig assortiment, de klant bewust te maken van de positieve impact van minder vlees, inspiratie te geven voor vega(n) recepten, de online vega-swap en een betaalbaar assortiment van vega(n) Prijsfavorieten. En ook is het vleesvervangers assortiment al verdubbeld naar ruim 300 producten” – Albert Heijn
De eiwittransitie speelt een belangrijke rol in de transformatie van ons voedselsysteem en het verminderen van onze klimaatuitstoot. Echter, meer plantaardig eten betekent helaas nog niet minder dierlijk eten. Welke maatregelen zet Albert Heijn in om klanten niet alleen meer vega burgers te laten eten, maar ook om hamburgers te laten liggen? Onze Klimaat & Vlees Supermarkt Scorecard laat zien dat supermarkten veel kunnen doen in de voedselomgeving om dit voor elkaar te krijgen. Als ze echt willen inzetten op minder uitstoot kan folders zonder vleesaanbiedingen enorm helpen.
Albert Heijn heeft ook de doelstelling om 50% minder te verspillen in 2030, om zo bij te dragen aan het verminderen van de CO2-voetafdruk. Voedselverspilling is verantwoordelijk voor ruim een derde van de uitstoot binnen het voedselsysteem. Het is onduidelijk of deze doelstelling ook voor de keten geldt. Een groot gedeelte van eten wordt namelijk verspild vóór het in de supermarkt komt, omdat supermarkten het niet willen verkopen. De typische voorbeelden zijn natuurlijk kromme komkommers en kleine paprika’s, maar ook wanneer een vogelgriep door het land gaat en kippen worden geruimd is dat zonde. Nog een voorbeeld? Soms eten klanten ineens minder wortelen dan gedacht. Supermarkten reageren hierop door de boer te vertellen dat ze toch die kilo’s aan wortelen niet in de winkels willen hebben. Na de zoveelste worteltjestaart heeft de boer er ook wel genoeg van.
We juichen toe dat Albert Heijn verder komt in de Minder Vlees Race, maar scoren doen ze echt wanneer het niet alleen woorden maar ook daden zijn.
What can you do next?
De Minder Vlees Race
Albert Heijn scoort net geen 6 in onze Klimaat & Vlees Scorecard. Wil je weten wat zij meer kunnen doen voor het klimaat en punten kunnen scoren?
Supermarkten profiteren van de verkoop van vlees en zuivel ten koste van het klimaat
11th Oct 22 byFrank Mechielsen - Directeur Feedback EU
Veel supermarkten zijn nog niet transparant over hun uitstoot en nemen de verkoop van minder vlees en zuivel niet mee in klimaatplannen.
Als onderdeel van een Europese campagne, waarin wordt gevraagd om de helft minder vlees en zuivel te verkopen, heeft organisatie Feedback EU een ranking gemaakt op basis van de klimaatvoetafdruk. De Klimaat en Vlees Scorecard, zoals de ranking wordt genoemd, is gebaseerd op een onderzoek in het afgelopen halfjaar, gericht op 34 indicatoren over transparantie, ambitie en actie in relatie tot klimaat en de vlees- en zuivelverkoop. Het onderzoek richtte zich op Albert Heijn, Jumbo, Lidl, Aldi, Plus en Dirk, die samen bijna 90% marktaandeel hebben. Minder vlees consumeren en produceren is een van de meest effectieve manieren om de klimaatvoetafdruk te verminderen en te voldoen aan de Nederlandse en Europese doelen om 55% minder broeikasgas uit te stoten in 2030.
Frank Mechielsen, directeur van Feedback EU zegt:
“Supermarkten profiteren van de verkoop van producten die ontbossing stimuleren en de klimaatcrisis verergeren. Ongeveer een kwart van hun omzet komt uit de verkoop van vlees- en zuivelproducten, terwijl die producten ruim een derde van hun totale uitstoot veroorzaken. Het is hoog tijd dat supermarkten hun klimaatverantwoordelijkheid oppakken en minder vlees en zuivel gaan verkopen.”
De Klimaat en Vlees Supermarkt Scorecard zet telkens twee supermarkten tegenover elkaar. Zo worden de twee grootste supermarkten, Albert Heijn en Jumbo, met elkaar vergelijken, Plus en Dirk vanwege hun gezamenlijke leverancier Superunie, en de twee internationale discounters Lidl en Aldi. De meeste supermarkten scoren nog geen voldoende. Slechts één supermarkt, Albert Heijn, scoort net voldoende met een 5,9. Zij zijn transparant over de klimaatuitstoot veroorzaakt door vlees en zuivel, maar doen dit alleen voor moederbedrijf Ahold Delhaize en niet specifiek voor Nederland. Lidl staat op de tweede plek met een 3,8. Lidl rapporteert als enige de totale broeikasgasuitstoot voor Nederland, maar heeft nog geen specifieke doelstellingen opgenomen om de uitstoot in de productie te verminderen. De andere vier supermarkten scoren zeer laag, tussen de 1,8 en 2,1. Met name Jumbo als een na grootste supermarkt van Nederland, stelt teleur met een 2,1. Jumbo’s jaarlijkse omzet is tenslotte 6 keer zo groot als Dirk, 4 keer zo hoog als Aldi en 2 keer zo hoog als Plus. Alle supermarkten scoren laag op actie en doen te weinig om te klanten te ondersteunen om minder en beter vlees- en zuivel te kopen.
Opvallende bevindingen uit het rapport zijn:
drie van de zes supermarkten rapporteren hun totale uitstoot, terwijl de andere helft niet of alleen op bedrijfsvoering rapporteert. Alle supermarkten geven in verhouding te veel aandacht aan klimaat neutrale bedrijfsvoering, wat maar aan een klein deel van hun uitstoot bijdraagt, minder dan 5%.
alle zes supermarkten stimuleren de verkoop van vlees met vleesreclame en aanbiedingen, waardoor het principe van vraag en aanbod niet langer geldt: supermarkten wakkeren het kopen van vlees juist aan.
binnen het gehele vleesassortiment is minder dan 10% biologisch geproduceerd. Geen enkele supermarkt heeft de ambitie om het aanbod substantieel uit te breiden en boeren grootschalig te ondersteunen in de transitie naar biologische productie. Het kleine aanbod en de schaarse promotie maakt het voor klanten moeilijk om een duurzamere keuze te maken.
ondanks de toezegging van de voormalige minister van Landbouw Staghouwer om te streven naar minder vleesconsumptie in 2030, heeft Albert Heijn als enige supermarkt een ambitieuze doelstelling om de verhouding van dierlijke/plantaardige eiwitten van de huidige 70/30 naar 40/60 te veranderen in 2030, maar meer actie in de winkels en in de reclame is nodig om dit waar te maken.
Aankomende zondag is het Wereld Voedsel Dag, een dag waarop FAO en andere organisaties aandacht geven aan voedsel(on)zekerheid in de wereld. Dit jaar staan wereldwijde problemen zoals hoge prijzen en klimaatverandering centraal. Vlees is in de afgelopen maanden duurder geworden in vergelijking met plantaardig eten, omdat er voor de productie van vlees meer grondstoffen zoals soja, mais en tarwe nodig zijn, die in prijs zijn gestegen. Het heeft duidelijk gemaakt dat kostbare voedselbronnen worden gebruikt als veevoer, terwijl met hetzelfde volume meer mensen gevoed kunnen voeden dan het lapje vlees wat eruit voortkomt. Supermarkten kunnen daarom niet alleen klimaatverandering tegengaan door het verkopen van minder vlees en zuivel, maar ook bijdragen aan meer voedselzekerheid wereldwijd.
Voor de meeste mensen zijn supermarkten het belangrijkste verkooppunt voor de dagelijkse boodschappen, waarbij hun keuze vooral bepaald wordt door hun portemonnee, zeker in deze tijden van hoge inflatie en stijgende voedselprijzen. Supermarkten bepalen echter wat er in de schappen ligt, waar reclame voor wordt gemaakt, en waar ze de meeste winst op willen maken. Supermarkten moeten hun macht in de voedselketen inzetten om hun klimaatuitstoot te verminderen.
Jaap Seidell, hoogleraar voeding en gezondheid:
“Een transitie naar een gezonder en duurzamer voedselsysteem is noodzakelijk en urgent. Dat is onder meer een transitie naar een grotendeels op plantaardig voedsel gebaseerd voedingspatroon. Dat houdt in dat productie, transport en consumptie sterk moeten veranderen. Een voedselomgeving waarin de gezonde en duurzame keuze voor de consument de makkelijkste keuze is hoort daarbij. Feedback draagt daaraan bij.”
Natasha Kooiman, kwartiermaker van de Transitie Coalitie Voedsel, organiseert deze week het Plant de Future diner om de transitie naar minder vlees en meer plantaardig aan verschillende tafels met belangrijke stakeholders te bespreken:
“Supermarkten spelen een belangrijke rol in deze transitie en bepalen een groot deel van de voedselomgeving. Om plantaardig het nieuwe normaal te laten worden is het noodzakelijk dat dit al zichtbaar is in de schappen met minimaal de 50/50 dierlijk/plantaardige eiwitverhouding zoals de overheid nastreeft en passend bij de nationale en Europese klimaatplannen.”
Begin 2023 zal de Klimaat en Vlees Supermarkt Scorecard in Frankrijk en Denemarken worden gepubliceerd door respectievelijk Climate Action Network en Dansk Vegetarisk Forening, en na de zomer zal in het Verenigd Koninkrijk de derde scorecard worden gelanceerd door Feedback Global.
What can you do next?
NODIG JIJ JUMBO UIT VOOR DE INHAALRACE?
Jumbo als een na grootste supermarkt kan veel meer doen om de klimaatuitstoot te verminderen. Alleen dan kunnen ze beter presenteren in de Minder Vlees Race. De tijd raakt op!
20th Sep 22 by European Environmental Bureau & Feedback EU
The European Commission faces pressure to set legally binding targets to tackle food waste scandal
In 2021, the EU imported almost 138 million tonnes of agricultural products, costing €150 billion. At the same time, the report ‘No Time to Waste’, based on the most up-to-date sources, estimates that the EU wastes 153.5 million tonnes of food each year. This figure is nearly double previous estimates, due to better availability of data on food wasted on farms. Official EU figures still exclude most on-farm food waste from EU member state measurement and reporting. Food waste costs EU businesses and households an estimated €143 billion a year and causes at least 6% of the EU’s total greenhouse gas emissions. An estimated 20% of EU food production is currently wasted. Halving EU food waste by 2030 could save 4.7 million hectares of agricultural land.
“At a time of high food prices and a cost-of-living crisis, it’s a scandal that the EU is potentially throwing away more food than it’s importing. The EU now has a massive opportunity to set legally binding targets to halve its food waste from farm to fork by 2030 to tackle climate change and improve food security. Setting targets lower than 50% would be planning to fail to meet Sustainable Development Goal 12.3. It’s critical that targets include waste on farms and from processing and food service businesses – if the EU limits targets to covering only retail and consumer food waste, our report finds that between 48-76% of total EU food waste would be excluded, which would leave most businesses causing food waste in supply chains unaccountable for food waste reduction.” says Frank Mechielsen, Director Feedback EU
Piort Barczak, Senior Policy Officer at European Environmental Bureau said:“All EU countries had committed to halve food waste within the United Nations’ Sustainable Development Goals. However, almost ten years later, they have not achieved much, and our economies still generate incredibly high amounts of food waste. The EU must urgently include measures in the EU Waste Directives to cut food waste along the whole supply chain – including production processing and food services.”
In light of this food waste scandal, an international movement of 43 organisations from 20 EU countries issued today a joint statement calling on the EU to introduce legally binding targets for member states to cut EU food waste from farm to fork by 50% by 2030, within scope of current reporting, and review extending reporting to cover all on-farm food waste. Besides us, NGOs like the European Environmental Bureau and Zero Waste Europe, food waste businesses Too Good to Go and OLIO, and members of the EU Platform on Food Losses and Food Waste – the EU’s official advisory body on food waste – signed the statement.
“The European Commission has committed to halving food waste by 2030. However, it is not enough to set ambitious goals without ensuring their achievement with concrete legislative proposals, which need to be drafted by the European Commission in the upcoming months. In its resolution on the Farm to Fork strategy, the European Parliament made it clear that levers such as revising the best-before date must be approached in an ambitious manner. We furthermore need binding targets at every stage of the supply chain to achieve the necessary food waste reduction.” says Martin Häusling, Member of European Parliament and agricultural policy spokesman for the Greens/European Free Alliance (EFA) group
The Commission is due to make a proposal for legally binding food waste targets for EU member states later this year, with formal adoption by 2023. Negotiations with the European Parliament and Council will then decide on the ultimate targets. If adopted, this will be the first legislation of its type in the world.
What can you do next?
WHY THE EU NEEDS TO ADOPT AMBITIOUS LEGALLY BINDING FOOD WASTE REDUCTION TARGETS
Reducing food loss and waste is one of the most important actions we can take to fight the climate crisis and improve the resilience of our food system. We urge the European Commission to set a legally binding target of a 50%, farm-to-fork reduction in food waste by 2030 and recommend that policymakers, organisations, and individuals join us in calling for these targets to be adopted.
20th Sep 22 byFrank Mechielsen, Directeur Feedback EU
Bindende regelgeving zal zorgen voor minder verspilling en kan de voedselprijzen verlagen
De troonrede rept vandaag over de hoge voedselprijzen en een toename van gezinnen die in armoede zijn geraakt, volgens het Nibud al 1 op 3. Er kloppen steeds meer mensen aan bij de voedselbanken, terwijl nog steeds teveel voedsel verspild, met name op boerderijen, door de oneerlijke handelspraktijken van de afnemers. Het is een schandaal dat de EU meer voedsel weggooit dan het importeert. Nu is er een enorme kans om wettelijk bindende doelen vast te stellen om de voedselverspilling van boer tot bord tegen 2030 te halveren om klimaatverandering aan te pakken en de voedselzekerheid te verbeteren.
Het rapport van Feedback EU and EEB ‘No Time to Waste’ wat vandaag is gepubliceerd, laat zien dat de EU jaarlijks voor 138 miljoen ton aan landbouwproducten importeert, terwijl er volgens een studie van WWF uit 2021 jaarlijks 153,5 miljoen ton voedsel verspild wordt. Deze verspilling kost huishoudens en bedrijven in de EU jaarlijks 143 miljard euro en veroorzaakt 6% van de broeikasgassen. De hoeveelheid tarwe die verspild wordt in de EU is ongeveer gelijk aan de helft van export van tarwe uit Oekraïne. Met een halvering van deze verspilling zouden voedselprijzen verlaagd kunnen worden.
Het is van cruciaal belang dat de EU-doelstellingen ook verspilling op boerderijen en van voedselverwerkers, cateraars en horeca omvatten. Uit ons rapport blijkt dat als de doelstellingen beperkt worden tot alleen verkwisting in de detailhandel en consumenten, 48-76% van de totale voedselverspilling in de EU niet wordt meegenomen, waardoor bedrijven die ook veel voedselverliezen veroorzaken in de toeleveringsketens niet verantwoordelijk worden gehouden voor de vermindering van deze verspilling.
In het licht van dit voedselverspillingschandaal heeft een internationale beweging van 43 organisaties uit 20 EU-landen vandaag een gezamenlijke verklaring uitgegeven waarin de EU wordt opgeroepen om wettelijk bindende doelstellingen voor de lidstaten in te voeren om de EU-voedselverspilling van boer tot bord met 50% te verminderen tegen 2030 en de rapportage uit te breiden met álle voedselverspilling vanaf de boerderij. De ondertekenaars zijn onder meer NGO’s Feedback EU, het Europees Milieubureau en Zero Waste Europe, voedselverspillingbedrijven Too Good to Go en OLIO, en leden van het EU Platform on Food Losses and Food Waste – het officiële adviesorgaan van de EU over voedselverspilling. Sinds 2017 hebben meer dan 70,000 mensen de Change.org petitie ondertekend om de EU aan te sporen tot wettelijk verplichte doelstellingen om voedselverspilling te halveren.
De Commissie zal later dit jaar een voorstel indienen voor wettelijk bindende streefcijfers voor voedselverspilling voor de EU-lidstaten, met formele goedkeuring in 2023. De onderhandelingen met het Europees Parlement en de Raad zullen dan beslissen over de uiteindelijke doelstellingen. Als dit wordt aangenomen, zal dit de eerste wetgeving in zijn soort ter wereld zijn.
In Nederland is afgelopen april de motie aangenomen waarin de regering wordt verzocht om in Europa voor te stellen de ambitie voor halvering van voedselverspilling in de Farm to Fork-strategie uit te breiden naar de volledige voedselketen. Nederland kan leiderschap tonen om de gehele voedselverspilling van boer tot bord terug te dringen, in Nederland en in Europa.
What can you do next?
Why the EU needs to adopt ambitious legally binding food waste reduction targets
Reducing food loss and waste is one of the most important actions we can take to fight the climate crisis and improve the resilience of our food system. We urge the European Commission to set a legally binding target of a 50%, farm-to-fork reduction in food waste by
2030 and recommend that policymakers, organisations, and individuals join us in calling for these targets to be adopted.
Albert Hein, als deel van Ahold Delhaize, doet te weinig om klimaatimpact te verlagen: 15% minder CO2e in de ketens in 2050 is niet genoeg.
Ze hebben vleesvervangers, minder plastic verpakkingen, doen mee aan de Week zonder Vlees en herinneren je eraan om de koelingsdeuren dicht te houden. De sticker op de voordeur laat het duidelijk zien: zij zijn de meest duurzame supermarkt volgens consumenten. Maar is Albert Heijn wel echt zo duurzaam?
Het onderzoek door New Climate Institute op verzoek van Milieudefensie was niet zo positief als Appie’s klanten. Het onderzoek was een analyse en beoordeling van de klimaatplannen van 29 grote bedrijven in Nederland. Eén van deze bedrijven was Ahold Delhaize, waar Albert Heijn onder valt. Met in 2020 een uitstoot van 69.5 MtCO2e hebben zij heel wat stappen te nemen om in 2050 netto geen emissies te hebben. Netto geen emissies betekent dat ze de uitstoot verminderen óf compenseren. Ahold Delhaize maakt daar nog geen onderscheid tussen, dus echt concreet zijn ze nog niet in hun plannen om hun doel te halen.
Gelukkig hebben ze wel een tussendoel gezet voor in 2030. Het bedrijf hoopt de scope 1 en 2 uitstoot met 50% te hebben verminderd, en scope-3 uitstoot met 15%, vergeleken met de uitstoot in 2018. Het is al een hele stap dat zij scope-3 meenemen in hun plannen, maar ambitieus kunnen ze niet genoemd worden. Scope-3 maakt namelijk 95% uit van hun gehele uitstoot. Om dichtbij die netto geen emissies in 2050 te komen zal de uitstoot in scope-3 hard aangepakt moeten worden.
Maar wat is scope-3 eigenlijk? Een klein voorbeeldje: Een supermarkt houdt het vlees koud in de koeling, die gebruikte energie noemen we scope 1. De energie om te koelen komt van een leverancier die fossiele brandstoffen verbrandt, de uitstoot die daarbij vrijkomt noemen we scope 2. Het vlees in de supermarkt komt van bijvoorbeeld een koe die methaan uitstoot en soja nodig heeft als veevoer. Die soja komt vaak uit Brazilië, en de ontbossing daar zorgt voor uitstoot. Al deze uitstoot, samen met de uitstoot van alle productieketens maakt deel uit van scope-3.
Zoals we in ons rapport vorig jaar lieten zien, komt 40% van de scope-3 uitstoot van dierlijke producten, zoals vlees en yoghurt. Natuurlijk is het goed om de koeling dicht te houden als je nog geen beslissing hebt genomen, en dat Albert Heijn steeds meer vleesvervangers verkoopt is ook super. Maar als er alleen maar meer vleesvervangers worden verkocht, zonder dat er minder vlees wordt verkocht blijft de scope-3 uitstoot eigenlijk alleen maar stijgen.
Dat geldt niet alleen voor Albert Heijn, maar voor alle supermarkten. Daarom lanceren wij in oktober een ranglijst van de zes grootste supermarkten in Nederland; een ranglijst die laat zien hoe ver supermarkten zijn in het verlagen van hun scope-3 emissies door 50% minder vlees en zuivel te verkopen in 2030. Lees hier meer over bij onze campagnes “Meat Us Halfway” of lees over de ranglijst die onze zusterorganisatie Feedback Global al twee keer succesvol in Engeland hebben uitgebracht, waardoor supermarkten zoals Tesco, M&S en Aldi hun beleid gewijzigd hebben.
Waarom Feedback EU zich inzet voor een rechtvaardig en duurzaam voedselsysteem? Daarom!
4th Jul 22 byFrank Mechielsen
Nieuw stikstofbeleid, boeren die protesteren, tekorten door een oorlog duizenden kilometers verderop. Waarom werkt ons huidige systeem niet?
Waarom noemen we ons Nederlandse voedselsysteem efficiënt, terwijl we sinds 1950 per calorie geproduceerd voedsel drie keer zoveel fossiele energie zijn gaan gebruiken en twee keer zoveel land wereldwijd?
Waarom zijn de boeren en de belastingbetaler de klos en hoeven de grote bedrijven en banken niet mee te betalen aan de transitie van het huidige vervuilende systeem wat zij hebben aangejaagd?
Waarom geven we voedseleducatie geen prioriteit, zodat onze kinderen weten waar boter, kaas en eieren vandaan komen, en ze leren koken met spek en/of bonen?
Waarom slepen we 750.000 kalveren per jaar naar Nederland om vet te mesten, voeren we het kalfsvlees weer naar Italië en laten we de ammoniak achter op de Veluwe? Het gigantische bedrijf VanDrie Group verdient hier jaarlijks 2 miljard euro mee, terwijl de boeren weinig van de winst zien.
Waarom varen we 4 miljard kilo soja uit onder andere de Amazone naar Rotterdam om veevoer van te maken voor onze 4 miljoen koeien, 11 miljoen varkens en 100 miljoen kippen, waarvan we een groot deel exporteren en de mest met stikstof en fosfaat hier dumpen?
Waarom willen wij op dit krappe landje de tweede landbouwexporteur ter wereld blijven, terwijl wij met onze geschiedenis, kennis en kunde de wereldwijde innovator in kringlooplandbouw kunnen zijn?
Waarom wordt er niet echt geluisterd naar alle boeren en de verschillende organisaties die hen vertegenwoordigen en alle mogelijke ideeën en oplossingen die zij aanbieden?
Waarom erkent Rutte, na meer dan 10 jaar verantwoordelijkheid voor dit dossier, niet het totale failliet van het beleid van pappen en nathouden van de afgelopen 30 jaar, en stelt hij een deltaplan voor de landbouw op met een boer-burger-expert-raad aan het roer?
Vanuit Feedback EU willen we antwoorden op deze vragen. Intussen zitten wij niet stil , en werken we aan oplossingen samen met andere organisaties in Nederland en Europa. Wij laten zien dat het voedselsysteem wél rechtvaardig en wél duurzaam kan zijn. We vragen supermarkten om eerlijk te zijn over hun uitstoot, klanten te helpen minder vlees en zuivel te laten eten, en hun klimaatverantwoordelijkheid te nemen. We leggen de macht die vlees- en zuivelbedrijven hebben bloot, waarmee ze beleid beïnvloeden, maar ook hun slimme tactieken om ons te doen denken dat ze goed bezig zijn. Tenslotte willen we de oneerlijke handelspraktijken veranderen van supermarkten en andere voedselbedrijven waardoor boeren vaak de helft van de productie op hun veld of in hun stal niet kunnen verkopen, en daardoor noodgedwongen bijdragen aande voedselverspilling.
What does a farmed salmon eat? Lots of nutritious wild fish…
3rd Mar 22 byLia ní Aodha
Salmon are farmed using fish oil and meal made from millions of tonnes of wild-caught fish most of which are food-grade.
Based on current practices, farming salmon demands wild fish for feed. But what if we ate some of those wild fish directly instead and only used byproducts (the heads, bones and other trimmings) left over from fish processing in salmon feed? How about if we added some mussels or carp—aquaculture species that don’t rely on wild caught fish for feed—to our plates too?
Building on our previous work on farmed salmon, these are questions that Feedback, along with a team of scientists from Cambridge, Lancaster and Liverpool Universities set out to answer in a study recently published in PLOS Sustainability and Transformation.
Highlighting some stark ecological and social inefficiencies surrounding the production of farmed salmon, the analysis shows that if we removed whole wild-caught fish from salmon feed and made some changes to the types of seafood we eat, we could leave millions of tonnes of fish in the sea and produce more nutritious seafood at the same time. We could even still eat a little farmed salmon.
Sounds like a win-win!
Often presented as a way of relieving pressure on wild fish stocks and providing much needed nutrition for a growing population, aquaculture is the world’s fastest growing food sector. But some aquaculture species, like Atlantic salmon, are farmed using fish oil and meal made from millions of tonnes of wild-caught fish, most of which are nutritious food-grade fish that could be eaten directly instead.
We know salmon farming’s (continued) dependence on wild caught fish is unsustainable—ecologically and socially—in terms of the quantities of wild fish it requires to grow a kilo of fish and the fact that, fueled by the industry’s rapid growth over the past two decades, fish for feed are increasingly caught off the coast of West Africa, where there is increasing evidence that this is impacting both livelihoods and food security.
Looking at Scotland’s salmon industry specifically, the third largest worldwide and the UK’s largest food export by value, what’s novel about this research is its focus on the transfer of micronutrients from the wild fish fed to farmed salmon. Placed fourth in terms of the ‘big five’ fish species (cod, haddock, tuna, salmon and prawns) consumed in Britain, (farmed) salmon is marketed as being a rich source of important vitamins, minerals and fatty acids. And it is. Interestingly, however, many of the wild fish fed to farmed salmon have even higher concentrations of key micronutrients than their farmed counterparts
So, what happens to those essential micronutrients when these ‘feed’ fish are eaten by salmon? It turns out a huge proportion are a lost. More than half (!), in fact. In some cases, up to 99%! In other words, farming salmon, from a nutritional perspective, is an inefficient way of delivering required micronutrients to human diets.
Prawns aside. the ‘big five’ fish species currently favoured by British consumers are all just that, big, high trophic species. In contrast, many of these ‘feed’ fish are small – think herrings, sprats, sardines, and anchovies. So, what if we were to eat some of these small ‘feed’ fish instead? To investigate this, three alternative production scenarios were developed whereby farmed salmon were only produced using fish byproducts, and then more wild-caught fish, mussels or carp were added for human consumption. All alternative production scenarios produced more seafood that was more nutritious than farmed salmon AND left 66-82% of feed fish in the sea.
Based on findings on the Scottish salmon industry, theses alternative scenarios were then applied at a global scale. One scenario shows that farming more carp and less salmon, using only feed from fish byproducts, could leave 3.7 million tonnes of wild fish in the sea while producing 39% more seafood overall. So now we’re talking a socio-ecological win-win-win! More and better fish on our plates, and more in the sea.
These findings show salmon farming, in its current form, is not only an inefficient way of producing good food but quite irrational from a social and ecological standpoint – in terms of human nutrition and food security, unnecessary pressure on fish stocks, and overall fish production. Removing whole wild caught fish from aquafeed would go some way to mitigating these impacts.
Aquaculture will have an important role to play in terms of meeting global food demands in a manner which is sustainable – indeed, a key aspect of this study is that it does offer more sustainable alternatives. However, until marine-fed aquaculture, such as intensive salmon farming, moves away from using whole wild fish questions will remain regarding the extent to which this can become a reality.
In its current guise certainly, the ‘unpaid’ environmental and social costs of farming salmon for high income markets means this mode of production is not only unsustainable but raises serious ethical questions as well.